Selecteer de taal

Mijn moedertaal is Nederlands. Die van mijn vrouw is Frans. We spreken elkaars taal allebei vloeiend. Maar we hebben elkaar oorspronkelijk in Duitsland ontmoet en hebben altijd samen Engels gesproken.

Toen we onze zoon kregen, negeerden we alle waarschuwingen om ons heen over het verwarren van een kind en bouwden we een drietalig huishouden op. Ik spreek nog steeds Engels met mijn vrouw, maar we praten allebei met onze zoon in onze eigen moedertaal. We gebruikten nooit Engels als geheime taal en legden altijd uit waar we het over hadden als hij ernaar vroeg.

Toen hij opgroeide, had hij weinig moeite om  zowel het Frans als het Nederlands te gebruiken. Dit in tegenstelling tot verhalen die we horen uit tweetalige gezinnen waar de ouders samen één van de twee talen spreken die ze hun kinderen leren (“waarom moet ik Frans spreken tegen mijn moeder als mijn ouders samen ook Nederlands spreken?”) . En als bonus werd onze zoon ook vloeiend in Engels.